‘De mens kan alleen gered worden onder het management van God’ (Fragment I)

Almachtige God zegt: “Zo is het management van God: de mensheid overdragen aan Satan — een mensheid die niet weet wat God is, wat de Schepper is, hoe God te aanbidden en waarom onderwerping aan God noodzakelijk is — en de verdorvenheid van Satan vrij spel geven. God wint de mens vervolgens stap voor stap terug uit de handen van Satan, totdat de mens God met zijn hele wezen aanbidt en Satan verwerpt. Dit is het management van God. Dit alles klinkt als een mythisch verhaal en lijkt een raadsel. Mensen zien het als een mythisch verhaal omdat ze geen flauw benul hebben van wat er de laatste paar duizend jaar allemaal met de mens is gebeurd. Ze weten ook helemaal niet hoeveel verhalen zich in dit uitgestrekte universum hebben afgespeeld. Bovendien hebben zij geen weet van de nog verbazingwekkendere, angstaanjagende wereld die buiten de materiële wereld om bestaat, maar die zij met hun menselijke ogen niet kunnen zien. Het komt de mens onbegrijpelijk voor, omdat de mens de betekenis van Gods verlossing van de mensheid en van het werk van Gods management niet inziet. De mens begrijpt Gods uiteindelijke bedoeling met de mensheid niet. Gaat het om een mensheid zoals Adam en Eva, onverdorven door Satan? Nee! Het management van God is erop gericht een groep mensen te vormen die God aanbidt en zich aan Hem onderwerpt. Deze mensheid is door Satan verdorven, maar ziet Satan niet meer als hun vader. Men herkent het lelijke gezicht van Satan en verwerpt het. Men komt voor God om Zijn oordeel en tuchtiging te aanvaarden. Men weet wat lelijk is en hoe het in contrast staat met wat heilig is. Men herkent de grootsheid van God en het kwaad van Satan. Een dergelijke mensheid werkt niet langer voor Satan, aanbidt Satan niet en plaatst Satan niet op een voetstuk. Dat komt omdat ze een groep vormt die waarlijk door God is gewonnen. Dit is de betekenis van Gods management onder de mensheid. Gedurende het werk van Gods management in deze tijd is de mensheid het doelwit van Satans verdorvenheid en tegelijkertijd het doelwit van Gods heil. De mensen zijn het product waar God en Satan om strijden. God voert Zijn werk uit en wint de mens tegelijkertijd gestaag terug uit de handen van Satan. Zo komt de mens steeds dichter tot God …

Lees meer »

‘God kennen is de weg naar het vrezen van God en het mijden van het kwaad’ | Fragment 2

Almachtige God zegt: “Gods eigendommen en Zijn wezen, Gods essentie, Gods gezindheid – dit alles is in Zijn woorden aan de mensheid geopenbaard. Wanneer de mens Gods woorden ervaart, zal hij wanneer hij ze uitvoert het doel achter de woorden die God spreekt leren begrijpen. Hij zal de oorsprong en achtergrond van Gods woorden leren begrijpen. Hij zal het beoogde effect van Gods woorden leren begrijpen en op waarde leren schatten. Dit zijn allemaal dingen die de mens moet ervaren, bevatten en in zich opnemen om toegang te krijgen tot de waarheid en het leven, om Gods bedoelingen te bevatten, om een transformatie in zijn gezindheid te krijgen, en om te kunnen gehoorzamen aan de soevereiniteit en de beschikkingen van God. Terwijl de mens deze dingen ervaart, bevat en in zich opneemt, leert hij geleidelijk God te begrijpen, en verkrijgt hij bovendien op verschillende niveaus kennis over Hem. Dit begrip en deze kennis komen niet voort uit iets wat de mens bedacht of samengesteld heeft, maar uit de dingen die hij op waarde schat, ervaart, voelt en die in zijn hart bevestigd worden. Pas wanneer hij deze dingen op waarde schat, ervaart, voelt en bevestigd weet, krijgt zijn kennis van God inhoud. Alleen de kennis die hij nu verwerft, is feitelijk, reëel en nauwkeurig. Dit proces – het verwerven van begrip en ware kennis van God door Zijn woorden op waarde te schatten, te ervaren, te voelen en bevestigd te weten – is niets anders dan ware gemeenschap tussen mens en God. Vanuit dit soort gemeenschap leert de mens Gods bedoelingen werkelijk te begrijpen, leert hij Gods eigendommen en Zijn wezen werkelijk te begrijpen, leert hij Gods essentie werkelijk te begrijpen en te kennen, leert hij geleidelijk Gods gezindheid te begrijpen. Vanuit deze gemeenschap verkrijgt hij echte zekerheid over Gods heerschappij over de hele schepping en leert hij die correct te definiëren. Vanuit deze gemeenschap krijgt hij een wezenlijk perspectief op en kennis van Gods identiteit en positie. Vanuit deze gemeenschap verandert de mens stap voor stap zijn ideeën over God, waarbij hij zich niet langer een voorstelling van Hem maakt die op niets gebaseerd is, zijn wantrouwen tegen Hem de vrije loop laat, Hem verkeerd begrijpt, Hem veroordeelt, een oordeel over Hem velt of aan Hem twijfelt. Als gevolg daarvan zal de mens minder in discussie gaan met God, zal hij minder conflicten hebben met God en zal het minder vaak voorkomen dat hij in opstand komt tegen God. De mens zal zich daarentegen meer om God bekommeren, meer en meer aan Hem gehoorzamen, en zijn eerbied voor God zal reëler en dieper worden. Vanuit deze gemeenschap zal de mens niet alleen de waarheid en de doop des levens ontvangen, maar tegelijkertijd ook ware kennis van God verwerven. Vanuit deze gemeenschap zal de mens in zijn gezindheid worden getransformeerd en redding ontvangen, bovendien zal hij tot de ware godvrezendheid en aanbidding komen als schepsel tegenover God. Als de mens eenmaal deze gemeenschap heeft ervaren, zal zijn geloof in God niet langer als een leeg blad papier zijn, of als een belofte die slechts bij wijze van lippendienst is gedaan, of een vorm van blind streven en verafgoden. Alleen vanuit deze gemeenschap zal het leven van de mens dag aan dag tot wasdom komen, en nu pas zal zijn gezindheid geleidelijk getransformeerd worden en zal zijn geloof in God stap voor stap veranderen van een vaag en onzeker geloof in ware gehoorzaamheid en zorgzaamheid, in ware eerbied. De mens zal zich, tijdens het volgen van God, ook geleidelijk ontwikkelen van iemand met een passieve houding naar iemand met een actieve houding, van iemand die zich laat beïnvloeden tot iemand die positieve actie onderneemt. Alleen vanuit deze gemeenschap zal de mens tot een waar inzicht in en begrip van God komen, en tot ware kennis van God. Omdat de grote meerderheid van de mensen nooit de ware gemeenschap met God heeft gekend, reikt hun kennis van God niet verder dan theorie, woorden en leerstellingen. Dat wil zeggen dat de grote meerderheid van de mensen, ook al geloven ze nog zo lang in God, nog steeds aan het begin staat als het erom gaat God te kennen, en vastzit in elementaire, traditionele vormen van eerbetoon, met alle uiterlijk vertoon en middeleeuws bijgeloof van dien. Dat de kennis die de mens heeft van God niet verder komt dan het beginstadium, betekent dat die kennis vrijwel nihil is. Hoewel de mens Gods positie en identiteit onderschrijft, bevindt zijn geloof in God zich nog steeds in een toestand van vage onzekerheid. Hoeveel ware eerbied voor God kan zo’n mens dan hebben?

Lees meer »

Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid (Fragment III)

Almachtige God zegt: “Het werk van oordeel is Gods eigen werk, dus moet het vanzelfsprekend door God Zelf gedaan worden; het kan niet in Zijn plaats door de mens gedaan worden. Omdat oordeel het overwinnen van het menselijk ras is door middel van de waarheid, staat het vast dat God nog steeds verschijnt als het vleesgeworden beeld om dit werk onder de mensheid te doen. Dat wil zeggen, in de laatste dagen zal Christus de waarheid gebruiken om de mensen overal op aarde te onderwijzen en alle waarheden aan hen bekend te maken. Dit is Gods werk van oordeel. Velen hebben een slecht gevoel over de tweede incarnatie van God, want de mens vindt het moeilijk te geloven dat God vlees zou worden om het werk van oordeel te doen. Niettemin moet ik je vertellen dat het werk van God de verwachtingen van de mens vaak overtreft en moeilijk te accepteren is voor het verstand van de mensen. Want de mensen zijn maar maden op de aarde, terwijl God de superieure Persoon is die het universum vervult; het verstand van de mens is verwant aan een put met smerig water dat enkel maden voortbrengt, terwijl ieder stadium van het werk dat bestuurd wordt door de gedachten van God de distillatie van Gods wijsheid is. De mens wenst constant te wedijveren met God, waarvan ik zeg dat het vanzelfsprekend is wie er zal verliezen op het einde. Ik vermaan jullie allemaal jezelf niet als belangrijker te beschouwen dan goud. Als anderen het oordeel van God kunnen accepteren, waarom kun jij het dan niet? Hoeveel hoger sta jij boven anderen? Als anderen hun hoofden kunnen buigen voor de waarheid, waarom kun jij dat dan ook niet doen? Gods werk heeft een onstuitbaar momentum. Hij zal het werk van oordeel niet herhalen omwille van je ‘merite’, en je zult vervuld worden van grenzeloos berouw over het laten wegglippen van zo’n goede gelegenheid. Als je mijn woorden niet gelooft, wacht dan op die grote witte troon in de lucht om oordeel over je te vellen! Je moet weten dat alle Israëlieten Jezus afwezen en verloochenden, en toch verspreidt het feit van de redding van de mensheid door Jezus zich nog steeds naar de uiteinden van het universum. Is dit niet een realiteit die God lang geleden gemaakt heeft? Als je nog steeds wacht tot Jezus je ten hemel op zal nemen, dan zeg ik dat je een koppig stuk dood hout bent. Jezus zal een valse gelovige zoals jij, die ontrouw is aan de waarheid en enkel op zegeningen uit is, niet erkennen. Integendeel, Hij zal geen genade tonen als Hij je in de poel van vuur werpt om tienduizenden jaren lang te branden.

Lees meer »

Uitspraken van Christus ‘Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III’ Deel twee

Almachtige God zegt: “We hebben het net gehad over al het werk dat God voltooid heeft, de reeks van dingen die Hij voor de eerste keer deed. Elk van deze dingen is relevant voor Gods managementplan en voor Gods wil. Ze zijn relevant voor Gods eigen gezindheid en Zijn essentie. Als we beter willen begrijpen wat God heeft en is, kunnen we niet stoppen bij het Oude Testament of het Tijdperk van de Wet, maar zullen we de stappen die God in Zijn werk zette verder moeten volgen. Dus, toen God het Tijdperk van de Wet beëindigde en begon aan het Tijdperk van Genade, hebben onze eigen stappen ook het Tijdperk van Genade bereikt – een tijdperk vol genade en verlossing. In dit tijdperk deed God nogmaals iets belangrijks voor de eerste keer. Het werk in dit nieuwe tijdperk voor zowel God als de mensheid was een nieuw startpunt. Dit nieuwe startpunt was ook deze keer nieuw werk dat God voor het eerst deed. Dit door God uitgevoerde nieuwe werk was iets ongekends, iets dat de mens of welk ander schepsel dan ook zich onmogelijk kon voorstellen. Het is iets dat nu goed bekend is bij alle mensen – dit was de eerste keer dat God mens werd, de eerste keer dat Hij nieuw werk begon in de gestalte van een mens, met de identiteit van een mens. Dit nieuwe werk gaf aan dat God Zijn werk in het Tijdperk van de Wet had voltooid, dat Hij niet langer ook maar iets zou doen of zeggen onder de wet. Evenmin zou Hij ook maar iets uitspreken of doen in de vorm van de wet of volgens de principes of regels van de wet. Dat wil zeggen, al Zijn werk dat was gebaseerd op de wet is voor altijd stopgezet en zal niet worden voortgezet, omdat God nieuw werk wilde beginnen en nieuwe dingen wilde doen. Zijn plan kreeg hiermee opnieuw een nieuw startpunt. God moest dus de mensheid het volgende tijdperk inleiden.

Lees meer »

‘Gods werk en de praktijk van de mens’ (Fragment II)

Almachtige God zegt: “Elke fase van het werk van de Heilige Geest vereist tegelijkertijd het getuigenis van de mens. Elke fase van het werk is een strijd tussen God en Satan en het doelwit van de strijd is Satan, terwijl de mens degene is die vervolmaakt wordt door dit werk. Of Gods werk al dan niet vruchten kan voortbrengen, hangt af van hoe de mens van God getuigt. Dit getuigenis eist God van hen die Hem volgen; het is het getuigenis dat voor Satan wordt gegeven en tevens het bewijs van de effecten van Zijn werk. Het gehele management van God is onderverdeeld in drie fases en in elke fase worden er passende eisen aan de mens gesteld. Bovendien worden Gods eisen aan de mensheid met het verstrijken en de voortgang van de tijdperken steeds hoger. Zo bereikt dit werk van Gods management stap voor stap zijn climax, tot de mens het feit van de ‘verschijning van het Woord in het vlees’ aanschouwt; op deze manier worden de eisen aan de mens ook steeds hoger, alsook de eisen aan de mens om getuigenis af te leggen. Hoe beter de mens in staat is om werkelijk met God mee te werken, hoe meer hij God verheerlijkt. De medewerking van de mens is het getuigenis dat hij moet afleggen en het getuigenis dat hij aflegt, is de praktijk van de mens. Of Gods werk dus wel of niet het beoogde effect kan hebben en of er wel of niet sprake kan zijn van een oprechte getuigenis, hangt dus onlosmakelijk samen met de medewerking en het getuigenis van de mens. Wanneer het werk is voltooid, dat wil zeggen: wanneer al het management van God is voleindigd, zal van de mens een verhevener getuigenis worden vereist. Wanneer het werk van God het einde nadert, zullen de praktijk en de intrede van de mens hun hoogtepunt bereiken. De mens moest in het verleden voldoen aan de wetten en de geboden en hij moest geduldig en nederig zijn. Vandaag moet de mens al Gods regelingen gehoorzamen en God uitermate liefhebben; hij moet God zelfs in tijden van verdrukking blijven liefhebben. Deze drie fases zijn eisen die God aan de mens stelt, stap voor stap, door Zijn gehele management heen. Elke fase van Gods werk gaat dieper dan de vorige en in elke fase zijn de eisen aan de mens verhevener dan de voorgaande fase; op deze manier krijgt Gods gehele management geleidelijk aan vorm. Juist omdat de eisen aan de mens steeds hoger worden, komt de gezindheid van de mens steeds dichter bij de normen die God eist; pas dan onttrekt de hele mensheid zich geleidelijk aan de invloed van Satan tot de hele mensheid, na de voleinding van Gods werk, van de invloed van Satan verlost zal zijn. Wanneer die tijd komt, zal het werk van God zijn einde bereikt hebben en zal er geen sprake meer zijn van medewerking van de mens met God om veranderingen in zijn gezindheid te bewerkstelligen; de hele mensheid zal dan in het licht van God leven en er zal vanaf dan geen opstandigheid of verzet tegen God meer zijn. God zal ook geen eisen meer aan de mens stellen en er zal een harmonieuzere samenwerking zijn tussen de mens en God, namelijk het samenleven van God en de mens, een leven dat komt nadat het management van God helemaal is afgesloten en nadat God de mens volkomen uit de greep van Satan bevrijd heeft.”

Lees meer »

‘Het kennen van de drie fases van Gods werk is de weg naar het kennen van God’ (Fragment I)

Almachtige God zegt: “Het managementwerk van de mensheid is verdeeld in drie fases, wat betekent dat het werk van het redden van de mensheid is verdeeld in drie fases. Deze drie fases betreffen niet de schepping van de wereld maar eerder de drie werkfases van het Tijdperk van de Wet, het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van het Koninkrijk. De schepping van de wereld was het voortbrengen van de gehele mensheid. Het betrof niet het reddingswerk van de mensheid en het heeft niets te maken met het redden van de mens, want toen de wereld werd geschapen, was de mensheid niet door Satan verdorven en hoefde het reddingswerk van de mensheid dus niet uitgevoerd te worden. Het werk van het redden van de mensheid begon pas toen de mensheid verdorven was door Satan en dus begon het managementwerk van de mensheid ook pas toen de mensheid was verdorven. Met andere woorden: Gods management van de mens begon als gevolg van het reddingswerk van de mensheid en kwam niet voort uit het scheppingswerk van de wereld. Pas nadat de mens een verdorven gezindheid kreeg, kwam het managementwerk tot stand en dus omvat het managementwerk van de mensheid drie onderdelen in plaats van vier fases of vier tijdperken. Alleen dit is de juiste manier om te verwijzen naar Gods management van de mensheid. Wanneer het einde van het laatste tijdperk daar is, zal het managementwerk van de mensheid tot een volledig einde gekomen zijn. De afsluiting van het managementwerk betekent dat het reddingswerk van de gehele mensheid volledig is afgesloten en dat de mensheid het einde van zijn reis heeft bereikt. Zonder het reddingswerk van de gehele mensheid zou het managementwerk van de mensheid niet bestaan, noch zouden de drie werkfases er zijn. Juist vanwege de verdorvenheid van de mensheid en omdat de mensheid zo dringend behoefte had aan redding, stopte Jehova met de schepping van de wereld en begon Hij met het werk van het Tijdperk van de Wet. Pas toen begon het managementwerk van de mensheid, hetgeen betekent dat pas toen het reddingswerk van de mensheid begon. “Het management van de mensheid” betekent niet het leiding geven aan het leven van de mensheid, pas geschapen, op aarde (alsof het een mensheid betreft die nog niet verdorven is). Het is echter de redding van een mensheid die door Satan is verdorven; dat wil zeggen: het gaat om de transformatie van deze verdorven mensheid. Dit is de betekenis van het management van de mensheid. Het werk van de redding van de mensheid omvat niet het scheppingswerk van de wereld, en dus omvat het managementwerk van de mensheid niet het scheppingswerk van de wereld en het managementwerk omvat slechts drie werkfases die los staan van de schepping van de wereld. Om inzicht te krijgen in het managementwerk van de mensheid is het noodzakelijk dat men zich bewust is van de geschiedenis van de drie werkfases. Hiervan moet iedereen zich bewust zijn om gered te kunnen worden. Als schepselen van God moeten jullie erkennen dat de mens door God geschapen is en moeten jullie de bron erkennen van de verdorvenheid van de mensheid en bovendien moeten jullie het proces van de redding van de mens erkennen. Als jullie alleen maar volgens de doctrine weten hoe jullie moeten handelen om Gods gunst te verkrijgen, maar geen benul hebben hoe God de mensheid redt of van de bron van de verdorvenheid van de mensheid, dan is dit wat jullie ontbreekt als schepselen van God. Je moet niet slechts tevreden zijn met het begrijpen van die waarheden, die in de praktijk gebracht kunnen worden, terwijl je onwetend blijft van het bredere perspectief van Gods managementwerk. Als dat het geval is, ben je te dogmatisch. De drie werkfases vormen de kern van het verhaal van Gods management van de mens, de komst van het evangelie van het gehele universum, het grootste mysterie van de gehele mensheid, en deze zijn ook het fundament van de verspreiding van het evangelie. Als je je alleen richt op het begrijpen van eenvoudige waarheden die betrekking hebben op je leven en hier niets van weet, het grootste van alle mysteries en visies, is je leven dan niet te vergelijken met een defect product, dat nergens goed voor is en waar je alleen maar naar kunt kijken?

Lees meer »

Gods woorden ‘De twee incarnaties voltooien de betekenis van de incarnatie’

Almachtige God zegt: “Ieder stadium van het werk dat God doet heeft een eigen praktische betekenis. Destijds, toen Jezus kwam, was Hij man. Maar wanneer God dit keer komt, is Hij vrouw. Hier kun je uit concluderen dat God zowel de man als de vrouw heeft geschapen ten behoeve van Zijn werk en dat Hij geen onderscheid maakt tussen de geslachten. Als Zijn Geest komt, kan Hij ieder soort vlees aannemen dat Hij wenst en dat vlees kan hem vertegenwoordigen. Of het nu mannelijk of vrouwelijk vlees is, het kan God vertegenwoordigen zo lang het maar Zijn geïncarneerde vlees is. Als Jezus bij Zijn komst als vrouw verschenen was, met andere woorden, als er van de Heilige Geest een meisje was ontvangen in plaats van een jongetje, dan zou dat stadium van het werk toch voltooid zijn. Als dat het geval was geweest, dan zou het huidige stadium van het werk in plaats daarvan door een man moeten worden voltooid, maar het werk zou toch voltooid worden. Het werk dat in beide stadia wordt gedaan is even belangrijk; geen van beide stadia van het werk wordt herhaald of is tegenstrijdig aan de ander. Toen Jezus destijds Zijn werk deed, werd Hij de enige Zoon genoemd, en ‘Zoon’ houdt het mannelijke geslacht in. Waarom wordt de enige Zoon dan in dit stadium niet genoemd? Dat komt doordat de vereisten van het werk een verandering van geslacht, anders dan dat van Jezus, noodzakelijk hebben gemaakt. Bij God bestaat er geen onderscheid tussen de geslachten. Hij doet Zijn werk zoals Hij dat wil en is daarbij niet aan beperkingen onderhevig, maar Hij is vooral vrij. Ieder stadium van het werk heeft echter een eigen praktische betekenis. God is twee keer vleesgeworden, en het spreekt vanzelf dat Zijn incarnatie in de laatste dagen de laatste keer is. Hij is gekomen om al Zijn daden te onthullen. Als Hij in dit stadium niet vleesgeworden was om het werk persoonlijk te doen zodat de mens het kan zien, dan zou de mens voor eeuwig aan de opvatting vasthouden dat God slechts man is, en geen vrouw. Hiervoor geloofde de hele mensheid dat God slechts man kon zijn en dat een vrouw geen God genoemd kon worden, want de hele mensheid vond dat de man gezag had over de vrouw. De mensen geloofden dat een vrouw geen gezag kon hebben, dat alleen een man dit kon. Sterker nog, ze zeiden zelfs dat de man het hoofd van de vrouw was, en dat de vrouw de man moest gehoorzamen en hem niet voorbij kon streven. Toen er vroeger werd gezegd dat de man het hoofd van de vrouw was, was dit bedoeld voor Adam en Eva die door de slang was verleid en niet voor de man en de vrouw zoals zij in het begin door Jehova waren geschapen. Natuurlijk moet een vrouw haar man gehoorzamen en liefhebben, en moet een man leren hoe hij zijn gezin kan voeden en onderhouden. Dit zijn de wetten en decreten die Jehova heeft uitgevaardigd en waar de mensheid zich aan moet houden gedurende het leven op aarde. Jehova zei tegen de vrouw ‘Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’ Zo sprak Hij opdat de mensheid (dat wil zeggen zowel de man als de vrouw) een normaal leven konden leiden onder de heerschappij van Jehova, en om de levens van mensen structuur te geven zodat ze niet wanordelijk zouden worden. Daarom maakte Jehova passende regels voor hoe de man en de vrouw moeten handelen, maar dit betrof slechts alle schepsels die op de aarde leven en had geen verband met Gods geïncarneerde vlees. Hoe kon God hetzelfde zijn als Zijn schepping? Zijn woorden waren slechts gericht tot de mensheid van Zijn schepping, Hij vaardigde regels uit voor de man en voor de vrouw zodat de mensheid een normaal leven kon leiden. In het begin, toen Jehova de mensheid schiep, maakte Hij twee soorten mensen, mannelijk en vrouwelijk, en dus is er de scheiding tussen mannelijk en vrouwelijk in Zijn geïncarneerde vlezen. Hij baseerde Zijn besluit over Zijn werk niet op de woorden die Hij tot Adam en Eva sprak. De beide keren dat Hij vlees werd, werden geheel bepaald door Zijn gedachten op het moment dat Hij in het begin de mens schiep, dat wil zeggen, Hij voltooide het werk van Zijn twee incarnaties op basis van de man en de vrouw voordat zij verdorven waren. Als de mensheid de woorden die Jehova sprak tot Adam en Eva, die verleid waren door de slang, toepaste op het werk van Gods incarnatie, zou Jezus dan niet ook Zijn vrouw naar behoren hebben moeten liefhebben? Zou God zo dan nog steeds God zijn? En als dit zo is, zou Hij dan nog steeds Zijn werk af kunnen maken? Als het verkeerd zou zijn dat Gods geïncarneerde vlees vrouwelijk is, zou het dan ook niet de grootst mogelijk fout van God geweest zijn om de vrouw te scheppen? Als de mens nog steeds gelooft dat het verkeerd is dat God als vrouw is geïncarneerd, zou Jezus, die niet getrouwd was en dus Zijn vrouw niet kon liefhebben, dan niet net zo fout zijn als de huidige incarnatie? Omdat je met de woorden die Jehova tot Eva sprak de waarheid van Gods huidige incarnatie meet, moet je met Jehova's woorden aan Adam de Heer Jezus beoordelen die in het Tijdperk van Genade vlees is geworden. Zijn deze twee dingen niet hetzelfde? Omdat je de Heer Jezus de maat neemt als de man die niet verleid is door de slang, mag je de waarheid van de huidige incarnatie niet beoordelen als de vrouw die wel door de slang is verleid. Dat zou oneerlijk zijn! Als je zo zou oordelen, zou dat een bewijs zijn dat je je verstand verloren hebt. Toen Jehova tweemaal vlees werd, had het geslacht van Zijn vlees te maken met de man en de vrouw die niet door de slang verleid waren; het was in overeenstemming met de man en de vrouw die niet door de slang verleid waren dat Hij tweemaal vlees werd. Denk nu niet dat de mannelijkheid van Jezus hetzelfde was als die van Adam, die door de slang was verleid. Beiden hebben niets met elkaar te maken, beiden zijn mannen van een heel andere aard. Het kan toch niet zo zijn dat de mannelijkheid van Jezus bewijst dat Hij alleen het hoofd is van alle vrouwen, maar niet van alle mannen? Is Hij niet de Koning van alle Joden (mannen én vrouwen)? Hij is God Zelf, niet slechts het hoofd van de vrouw, maar ook het hoofd van de man. Hij is de Heer van alle schepselen en het hoofd van alle schepselen. Hoe heb je kunnen bepalen dat de mannelijkheid van Jezus het symbool is van het hoofd van de vrouw? Zou dit geen godslastering zijn? Jezus is een man die niet verdorven is. Hij is God, Hij is Christus, Hij is de Heer. Hoe zou Hij een man kunnen zijn als Adam, die verdorven was? Jezus is het vlees dat de heiligste Geest van God heeft gedragen. Hoe kun je zeggen dat Hij een God is die de mannelijkheid van Adam had? Zou in dat geval niet al het werk van God verkeerd zijn geweest? Zou Jehova de mannelijkheid van de verdorven Adam, die verleid was door de slang, in Jezus hebben kunnen opnemen? Is de incarnatie van vandaag niet een tweede geval van het werk van de geïncarneerde God die anders van geslacht is dan Jezus maar op Hem lijkt in aard? Durf je nog steeds te zeggen dat de geïncarneerde God geen vrouw kan zijn, omdat de vrouw de eerste was die werd verleid door de slang? Durf je nog steeds te zeggen dat, omdat de vrouw de meest onreine is en de bron van de verdorvenheid van de mens, God onmogelijk als vrouw heeft kunnen incarneren? Durf je vol te houden dat ‘de vrouw de man altijd moet gehoorzamen en zich nooit als God kan manifesteren, of God rechtstreeks kan vertegenwoordigen’? Je begreep het destijds al niet, maar kun je nu doorgaan met je godslastering van het werk van God, en vooral het geïncarneerde vlees van God? Als je dit niet helder en duidelijk kunt zien, let dan op je woorden opdat je domheid en onwetendheid niet aan de dag komen en je lelijkheid te kijk wordt gezet. Denk niet dat je alles begrijpt. Ik zeg je dat alles wat je gezien en meegemaakt hebt niet toereikend is om jou ook maar éénduizendste deel van mijn managementplan te laten begrijpen. Waarom doe je dan zo uit de hoogte? Dat kleine beetje talent van jou, en die minimale kennis zijn niet toereikend voor Jezus om ook maar in één seconde van Zijn werk te gebruiken. Hoeveel ervaring heb je nu echt? Wat je hebt gezien en alles wat je in je hele leven hebt gehoord en wat je je voorgesteld hebt, is minder dan het werk dat ik in één moment verricht! Je kunt maar beter niet zitten muggenziften en aanmerkingen maken. Hoe arrogant je ook bent, je bent gewoon een schepsel dat nog minder voorstelt dan een mier! Alles wat je in je buik meedraagt, is nog minder dan wat een mier meedraagt! Denk niet dat je het recht hebt wild te gebaren en een grote mond te hebben, alleen maar omdat je wat ervaring en wat anciënniteit hebt opgedaan. Zijn jouw ervaring en jouw anciënniteit niet het product van de woorden die ik heb gesproken? Geloof je soms dat ze in ruil waren voor je eigen arbeid en geploeter? Je kunt nu zien dat ik vleesgeworden ben, en alleen al daarom ben je vervuld met zulke kostelijke ideeën en heb je daar talloze opvattingen uit vergaard. Al had je nog zulke buitengewone talenten, zonder mijn incarnatie zou je nooit zoveel ideeën kunnen hebben. En komen daar je opvattingen niet uit voort? Als Jezus die eerste keer geen vlees was geworden, zou je dan überhaupt iets over de incarnatie weten? Is het niet omdat je door de eerste incarnatie kennis hebt verworven dat je schaamteloos probeert de tweede incarnatie te veroordelen? Waarom onderwerp je dit aan een studie, in plaats van een gehoorzame volgeling te zijn? Als je in deze stroom bent opgenomen en voor de vleesgeworden God verschijnt, staat Hij je dan toe er een studie van te maken? Het bestuderen van je familiegeschiedenis is goed, maar als je probeert de ‘familiegeschiedenis’ van God te bestuderen, zou de God van vandaag je dan toestaan een dergelijke studie uit te voeren? Ben je blind? Roep je zo geen verachting over jezelf af?Als het werk van Jezus op zichzelf had gestaan, zonder aangevuld te zijn door het werk in dit stadium van de laatste dagen, dan zou de mens voor eeuwig vasthouden aan de opvatting dat alleen Jezus de enige Zoon van God is. Dat betekent dat God maar één zoon heeft en dat eenieder die daarna komt onder een andere naam niet de enige Zoon van God is, laat staan God Zelf. De mens heeft de opvatting dat, wie als zoenoffer dient of namens God de macht neemt en de mensheid verlost, de enige Zoon van God is. Er zijn er die geloven dat, zolang Degene die komt een man is, Hij als enige Zoon van God en als Gods vertegenwoordiger kan worden beschouwd. Er zijn er zelfs die zeggen dat Jezus de Zoon van Jehova is, Zijn enige Zoon. Is dat niet een zeer opgeblazen opvatting van de mens? Als dit stadium van het werk niet in het laatste tijdperk zou worden uitgevoerd, dan zou een donkere schaduw de hele mensheid bedekken als het op God aankomt. Als dit het geval was, zou de man denken dat hij boven de vrouw staat, en de vrouw zou haar hoofd nooit rechtop kunnen houden en dan zou er zelfs geen enkele vrouw gered kunnen worden. Mensen denken altijd dat God een man is, en bovendien dat Hij de vrouw altijd geminacht heeft en haar geen verlossing wil geven. Als dat zo was, zou het dan niet waar zijn dat alle vrouwen die door Jehova geschapen zijn en die ook verdorven zijn geen kans zouden hebben om verlost te worden? Zou het dan niet zinloos zijn geweest voor Jehova om de vrouw te scheppen, dat wil zeggen om Eva geschapen te hebben? En zou de vrouw dan niet voor eeuwig ten onder gaan? Hierom moet het stadium van het werk in de laatste dagen ondernomen worden, om de hele mensheid te redden, niet alleen de vrouw, maar de hele mensheid. Als iemand denkt dat als God vleesgeworden zou zijn als vrouw, het enkel omwille van het redden van de vrouw zijn, dan zou die persoon inderdaad een dwaas zijn!Het werk dat op dit moment gedaan wordt, heeft het werk van het Tijdperk van Genade verder gebracht; dat wil zeggen dat het werk van het hele zesduizendjarige managementplan voortgegaan is. Hoewel het Tijdperk van Genade nu voorbij is, heeft het werk van God voortgang geboekt. Waarom zeg ik steeds weer dat dit stadium van het werk bouwt op het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet? Dit houdt in dat het huidige werk een voortzetting is van het werk dat in het Tijdperk van Genade is gedaan en een vooruitgang ten opzichte van het werk in het Tijdperk van de Wet. De drie stadia zijn nauw verweven en iedere schakel in de keten is nauw verbonden met de volgende. Waarom zeg ik ook dat dit stadium van het werk voortborduurt op het werk van Jezus? Stel dat dit stadium niet op het werk van Jezus zou voortborduren. Dan zou er in dit stadium opnieuw een kruisiging moeten plaats vinden, en zou het verlossingswerk van het vorige stadium helemaal overgedaan moeten worden. Dat zou zinloos zijn. Het is dus niet zo dat het werk helemaal klaar is, maar het tijdperk is verder gegaan en het werk is naar een nog hoger niveau getild dan voorheen. Je kunt zeggen dat dit stadium van het werk op het fundament van het Tijdperk van de Wet en op de rots van het werk van Jezus is gebouwd. Het werk wordt stadium voor stadium opgebouwd, en dit stadium is geen nieuw begin. Alleen de combinatie van de drie stadia van het werk kunnen als het zesduizendjarige managementplan worden beschouwd. Het werk in dit stadium wordt gedaan op het fundament van het werk van het Tijdperk van Genade. Als de twee stadia van het werk niet in verband stonden met elkaar, waarom wordt de kruisiging dan in dit stadium niet herhaald? Waarom draag ik de zonden van de mens dan niet maar kom ik, in plaats daarvan, om de mens rechtstreeks te oordelen en te tuchtigen? Als mijn werk om de mens te oordelen en te tuchtigen en mijn huidige komst zonder de ontvangenis van de Heilige Geest niet was gevolgd op de kruisiging, dan zou ik niet geschikt zijn om de mens te oordelen en te tuchtigen. Juist omdat ik één ben met Jezus kom ik rechtstreeks om de mens te tuchtigen en te oordelen. Het werk in dit stadium wordt geheel op het werk van het voorgaande tijdperk gebouwd. Dat is de reden dat alleen dit soort werk de mens stap voor stap naar de redding kan brengen. Jezus en ik komen voort uit dezelfde Geest. Al zijn wij door het vlees niet met elkaar verbonden, onze Geest is één. Al is de inhoud van wat we doen en het werk dat we ondernemen niet hetzelfde, in essentie zijn we hetzelfde. Ons vlees neemt verschillende vormen aan, maar dit komt doordat er verandering is gekomen in het tijdperk en de eisen die aan ons werk gesteld worden. Onze bedieningen zijn niet dezelfde, daarom is het werk dat wij voortbrengen en de gezindheid die wij onthullen aan de mens ook anders. Daarom is wat de mens ziet en begrijpt nu anders dan in het verleden, dit komt door de verandering van tijdperk. Hun Geest is één, ook al zijn Zij van een ander geslacht en is de vorm van Hun vlees anders, en zijn Zij niet in dezelfde familie geboren, laat staan in hetzelfde tijdsgewricht. Het kan niet worden ontkend dat Zij de incarnatie van God in twee verschillende tijdsperiodes zijn, ook al deelt Hun vlees niet hetzelfde bloed of fysieke verwantschap van enig soort. Dat Zij het geïncarneerde vlees van God zijn is een onweerlegbare waarheid, al hebben Zij niet dezelfde stamboom en hebben Zij geen gemeenschappelijke menselijke taal (de één was een man die de taal van de Joden sprak en de andere is een vrouw die uitsluitend Chinees spreekt). Om deze redenen hebben Zij in verschillende landen geleefd om het werk te doen dat eenieder past, en ook nog in verschillende tijdsperiodes. Ondanks het feit dat Zij uit dezelfde Geest bestaan en dezelfde essentie hebben, zijn er helemaal geen absolute overeenkomsten tussen de uiterlijke omhulsels van Hun vlees. Zij delen slechts dezelfde menselijkheid, maar waar het het uiterlijk voorkomen van Hun vlees en de omstandigheden van Hun geboorte aangaat, lijken Zij niet op elkaar. Deze dingen hebben geen invloed op Hun respectievelijke werkzaamheden of op de kennis die de mens van Hen heeft, want uiteindelijk zijn Zij dezelfde Geest en kan niemand Hen scheiden. Al hebben Zij geen familierelatie, Hun hele wezen staat onder de hoede van Hun Geest, die Hen ander werk toebedeelt in andere tijden, en die Hun vlees een andere stamboom toebedeelt. De Geest van Jehova niet de vader van de Geest van Jezus, en de Geest van Jezus is niet de zoon van de Geest van Jehova: Zij zijn één en dezelfde Geest. Net als de geïncarneerde God van vandaag en Jezus. Hoewel Zij geen familierelatie hebben, zijn Zij één; dit komt omdat Hun Geest één is. God kan het werk van mededogen en barmhartigheid verrichten, alsook het werk van het rechtvaardige oordeel en de tuchtiging van de mens, en dat van het uitroepen van een vloek over de mens; uiteindelijk kan Hij het werk van de vernietiging van de wereld en het straffen van de kwaden doen. Doet Hij dit niet allemaal Zelf? Is dat niet Gods almacht? Hij was in staat zowel de wetten voor de mens te verspreiden als de geboden uit te vaardigen, en Hij was in staat de vroege Israëlieten naar hun leven op aarde te leiden en hen te begeleiden in de bouw van de tempel en de altaren en hield daarbij alle Israëlieten onder Zijn heerschappij. Hij vertrouwde op Zijn gezag en leefde tweeduizend jaar lang op aarde met het volk Israël. De Israëlieten durfden niet tegen Hem op te staan; allen vereerden Jehova en hielden zich aan Zijn geboden. Dit was het werk dat gedaan was waarbij Hij op Zijn gezag en Zijn almacht vertrouwde. Toen kwam Jezus tijdens het Tijdperk van Genade om de hele gevallen mensheid te verlossen (en niet alleen de Israëlieten). Hij toonde de mens mededogen en barmhartigheid. De Jezus die de mens in het Tijdperk van Genade zag, was met barmhartigheid vervuld en was altijd liefhebbend jegens de mensen, want Hij was gekomen om de mensheid van de zonde te verlossen. Hij kon de mens zijn zonden vergeven totdat Zijn kruisiging de mensheid helemaal verloste van de zonde. Tijdens deze periode verscheen God voor de mens met mededogen en barmhartigheid; dat wil zeggen dat Hij een zoenoffer voor de mens werd en werd gekruisigd voor de zonden van de mens zodat deze voor eeuwig vergeven zou zijn. Hij was genadig, medelevend, verdraagzaam en liefhebbend. En allen die Jezus volgden in het Tijdperk van Genade probeerden eveneens in alle opzichten verdraagzaam en liefhebbend te zijn. Ze waren lankmoedig en vochten nooit terug, zelfs niet als ze geslagen, vervloekt of gestenigd werden. Maar in het laatste stadium kan dit niet meer zo zijn. En zo was het werk van Jezus en van Jehova ook niet helemaal hetzelfde, ook al was Hun Geest één. Jehova’s werk was niet het beëindigen van het tijdperk, maar de begeleiding ervan, het inluiden van het leven van de mens op aarde. Het onderhanden werk nu is echter de overwinning van de mensen in de heidense naties die diep verdorven zijn, en niet alleen het leiden van de familie van China, maar van het hele universum. Het lijkt jou misschien dat dit werk alleen in China wordt gedaan, maar in feite begint het al in het buitenland te verspreiden. Hoe komt het dat buitenlanders steeds weer de ware weg zoeken? Dit komt doordat de Geest al aan het werk is gegaan, en de woorden die nu gesproken worden op de mensen in het universum zijn gericht. Hiermee is de helft van het werk al aan de gang. Vanaf de schepping van de wereld tot op heden heeft de Geest van God dit grootse werk in gang gezet en bovendien heeft Hij ander werk in andere tijdperken en andere naties verricht. De mensen uit de verschillende tijdperken zien een andere gezindheid van Hem, wat van nature onthuld wordt door de verschillende werken die Hij verricht. Hij is God, vervuld van mededogen en barmhartigheid; Hij is het zoenoffer voor de mens en de herder van de mens; maar Hij is ook het oordeel, de tuchtiging en de vloek van de mens. Hij kon de mens tweeduizend jaar lang leiden bij zijn leven op aarde en Hij kon ook de verdorven mens van zijn zonde verlossen. Vandaag is Hij ook in staat de mensheid te veroveren die Hem niet kent, en haar machteloos te maken onder Zijn heerschappij zodat allen zich volledig aan Hem onderwerpen. Uiteindelijk zal Hij alles dat onrein en onrechtschapen is in de mens in het hele universum wegbranden om hen te laten zien dat Hij niet alleen een genadige en liefhebbende God is, niet alleen een God van wijsheid en wonderen, niet alleen een heilige God, maar meer nog een God die oordeelt over de mens. Voor de kwaden onder de mens belichaamt Hij brand, oordeel en straf; voor hen die vervolmaakt moeten worden belichaamt Hij net zozeer rampspoed, loutering en beproeving als troost, steun, een voorziening van woorden, behandeling en snoeiing. En voor de geëlimineerden is Hij straf en vergelding. Zeg mij, is God niet almachtig? Hij is bij machte om al het werk te doen, niet alleen de kruisiging zoals je dacht. Je denkt te min over God! Geloof je dat Hij slechts in staat is door Zijn kruisiging de hele mensheid te verlossen en dat het daarbij blijft? En dat je daarna Hem tot in de hemel zult volgen om de vruchten van de levensboom te eten en om van de levensrivier te drinken? … Zou het zo eenvoudig zijn? Zeg mij, wat heb je bereikt? Heb je het leven van Jezus? Je werd inderdaad door Hem verlost, maar de kruisiging was het werk van Jezus Zelf. Welke taak heb jij als man zelf vervuld? Je hebt alleen uiterlijke vroomheid maar je begrijpt Zijn weg niet. Is dat hoe je Hem zichtbaar maakt? Als je het leven van God niet bereikt hebt of het geheel van Zijn rechtvaardige gezindheid niet hebt gezien, dan kun je niet beweren dat je iemand bent die het leven heeft, en ben je het niet waard om door de poort van het koninkrijk van de hemel te treden.God is niet alleen een Geest, Hij kan ook vlees worden; bovendien is Hij een lichaam van glorie. Hoewel jullie Jezus niet hebben gezien is Hij door de Israëlieten wel gezien, dat wil zeggen de Joden van die tijd. Eerst was Hij een lichaam van vlees, maar na Zijn kruisiging werd Hij een lichaam van glorie. Hij is de allesomvattende Geest en kan overal werken. Hij kan Jehova zijn, of Jezus of Messias, en uiteindelijk kan Hij ook Almachtige God worden. Hij is rechtvaardigheid, oordeel en tuchtiging; Hij is vloek en toorn; maar Hij is ook mededogen en barmhartigheid. Al het werk dat Hij gedaan heeft kan Hem vertegenwoordigen. Wat voor een God is Hij, zou je zeggen? Je zult het gewoon niet uit kunnen leggen. Je kunt alleen maar zeggen: ‘Wat voor een God Hij is, kan ik niet uitleggen.’ Trek niet de conclusie dat God voor altijd een God van mededogen en barmhartigheid is, alleen maar omdat Hij het verlossingswerk heeft verricht in een bepaald stadium. Kun je er zeker van zijn dat Hij slechts een genadige en liefhebbende God is? Als Hij een genadige en liefhebbende God is, waarom brengt Hij dan het tijdperk ten einde in de laatste dagen? Waarom stuurt Hij zoveel rampspoed? Als het is zoals jij denkt, dat Hij tot het einde toe genadig en liefhebbend is voor de mens, zelfs tot aan het laatste tijdperk, waarom gaat Hij dan rampspoed sturen vanuit de hemelen? Als Hij de mens liefheeft als Zichzelf en als Zijn enige Zoon, waarom stuurt Hij dan plagen en hagelstenen vanuit de hemelen? Waarom laat Hij de mens lijden onder hongersnood en pest? Waarom laat Hij de mens lijden onder deze rampspoed? Wat voor een God Hij is, durft geen van jullie te zeggen en niemand kan het uitleggen. Kun je er zeker van zijn dat Hij de Geest is? Durf jij te zeggen dat Hij niemand anders is dan het vlees van Jezus? En durf jij te zeggen dat Hij een God is die voor altijd gekruisigd wordt in het belang van de mens?”De bijbeltekst is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Lees meer »

Uitspraken van Christus van de laatste dagen ‘Gods huidige werk kennen’

Almachtige God zegt: “Gods werk in deze tijden kennen is grotendeels kennen wat de voornaamste bediening is van de vleesgeworden God van de laatste dagen, en wat Hij op aarde is komen doen. Ik heb eerder in mijn woorden genoemd dat God op aarde is gekomen (in de laatste dagen) om ons een voorbeeld te geven vóór Zijn heengaan. Hoe geeft God dit voorbeeld? Door woorden te spreken, door te werken en te spreken door het hele land. Dit is Gods werk in de laatste dagen; Hij spreekt alleen, zodat de aarde een wereld van woorden wordt, zodat iedere persoon wordt voorzien van en verlicht door Zijn woorden en zodat de geest van de mens ontwaakt en hij de visies duidelijk begrijpt. De vleesgeworden God is in de laatste dagen voornamelijk naar de aarde gekomen om woorden te spreken. Toen Jezus kwam, verspreidde Hij het evangelie van het koninkrijk van de hemel en bracht Hij het verlossingswerk van de kruisiging tot stand. Hij maakte een einde aan het Tijdperk van de Wet en schafte alle oude dingen af. De komst van Jezus eindigde het Tijdperk van de Wet en luidde het Tijdperk van Genade in. De komst van de vleesgeworden God van de laatste dagen heeft een einde gemaakt aan het Tijdperk van Genade. Hij is voornamelijk gekomen om Zijn woorden te spreken, om woorden te gebruiken en de mens zo te vervolmaken, om de mens te illumineren en verlichten en het hart van de mens te ontdoen van de plaats van de vage God. Dit is niet de fase van het werk dat Jezus deed toen Hij kwam. Toen Jezus kwam, verrichtte Hij vele wonderen, genas Hij de zieken en wierp Hij demonen uit. Hij deed eveneens het verlossingswerk van de kruisiging. Mensen houden er daardoor het denkbeeld op na dat God zo moet zijn. Want toen Jezus kwam, deed Hij niet het werk om het hart van de mens te ontdoen van het beeld van de vage God; toen Hij kwam, werd Hij gekruisigd, genas Hij de zieken en wierp Hij demonen uit. Bovendien verspreidde Hij het evangelie van het koninkrijk van de hemel. In één opzicht ontdoet de vleeswording van God in de laatste dagen de plaats die de vage God inneemt in de opvattingen van de mens. zodat het beeld van de vage God niet langer in het hart van de mens te vinden is. Door Zijn feitelijke woorden en feitelijke werk, Zijn reizen door alle landen en het uitzonderlijk echte en normale werk dat Hij doet onder de mensen, leert Hij de mens de realiteit van God kennen en ontdoet hij het hart van de mens van de plaats van de vage God. In een ander opzicht gebruikt God de door Zijn vlees gesproken woorden om de mens compleet te maken en om alle dingen tot stand te brengen. Dit is het werk dat God tot stand zal brengen in de laatste dagen.

Lees meer »

Gods woorden ‘Hoe te dienen in harmonie met Gods wil’

Almachtige God zegt: “vandaag zal ik in de eerste plaats bespreken hoe mensen God moeten dienen in hun geloof. Aan welke voorwaarden moeten mensen die God dienen voldoen, wat moeten zij begrijpen? Waar wijken jullie af in het dienen van God? Het is belangrijk dat jullie dit alles goed begrijpen. Deze kwesties hebben betrekking op hoe jullie geloven in God, hoe jullie het door de Heilige Geest geleide pad bewandelen, hoe alles van jullie geregeld is door God, en ze zullen je in staat stellen om elke stap van Gods werk in jou te kennen. Als jullie dit punt bereiken, zullen jullie waarderen wat geloof in God is, hoe jullie op de juiste manier in God dienen te geloven, en hoe jullie naar Gods wil moeten handelen. Dit zal jullie volledig en volkomen gehoorzaam maken aan Gods werk, zonder klacht, zonder oordeel, zonder analyse en al helemaal zonder onderzoek. Verder zullen jullie allen in staat zijn om gehoorzaam te zijn aan God tot in de dood, en God toe te staan jullie te sturen en te slachten als een schaap, zodat jullie allemaal de Petrus van de jaren ‘90 kunnen worden, en God lief kunnen hebben tot het uiterste zelfs aan het kruis, zonder enig geklaag. Alleen dan zullen jullie in staat zijn om te leven als de Petrus van de jaren ‘90.

Lees meer »

De woorden van de Heilige Geest ‘God beschikt over het lot van de gehele mensheid’

Almachtige God zegt: “Als leden van het menselijk ras en toegewijde christenen, is het de verantwoordelijkheid en plicht van ons allemaal om onze geest en lichaam op te offeren voor de volbrenging van Gods opdracht, want ons hele wezen kwam van God, en het bestaat dankzij de soevereiniteit van God. Als onze geesten en lichamen niet voor Gods opdracht zijn en niet voor de rechtvaardiging van de mensheid, dan zijn onze zielen hen die als martelaren gestorven zijn voor Gods opdracht onwaardig, en te meer God, die ons alles gegeven heeft, onwaardig.

Lees meer »

Over de Bijbel (3)

Niet alles wat in de Bijbel staat is een verslag van de woorden die God persoonlijk heeft gesproken. De Bijbel documenteert gewoon de vorige twee fasen van het werk van God, waarvan één deel een verslag is van de voorspellingen van de profeten en het andere deel de ervaringen en kennis bevat die de mensen die door God zijn gebruikt door de eeuwen heen hebben opgeschreven. Menselijke ervaringen zijn door menselijke meningen en kennis besmet, dat is onvermijdelijk. Veel Bijbelboeken bevatten menselijke opvattingen, menselijke vooroordelen en absurd begrip van mensen. Natuurlijk is het merendeel van de woorden het resultaat van de verlichting en illuminatie van de Heilige Geest en die woorden leiden tot juist begrip. Toch kan nog steeds niet worden gezegd dat het helemaal juiste uitdrukkingen van de waarheid zijn. Hun kijk op bepaalde dingen is niets meer dan kennis die berust op persoonlijke ervaring, of de verlichting van de Heilige Geest. De voorspelling van de profeten was door God persoonlijk opgedragen: de profetieën van mensen als Jesaja, Daniël, Ezra, Jeremia en Ezechiël ontstonden rechtstreeks in opdracht van de Heilige Geest. Deze mensen waren zieners, ze hadden de Geest van profetie ontvangen, ze waren allen profeten uit het Oude Testament. Tijdens het Tijdperk van de Wet spraken deze mensen, die de inspiratie van Jehova hadden ontvangen, veel profetieën die rechtstreeks in opdracht van Jehova waren. En waarom werkte Jehova in hen? Omdat het volk van Israël Gods uitverkoren volk was: het werk van de profeten moest onder hen verricht worden, en zij waren geschikt om zulke onthullingen te ontvangen. In feite begrepen ze zelf Gods onthullingen aan hen niet. De Heilige Geest sprak die woorden door hun mond zodat de mensen in de toekomst die dingen zouden kunnen begrijpen, en konden zien dat dit echt het werk van de Geest van God was, van de Heilige Geest en niet van de mens afkomstig was en zodat zij de bevestiging van het werk van de Heilige Geest konden krijgen. Tijdens het Tijdperk van Genade deed Jezus zelf al dit werk in hun plaats, en dus profeteerden de mensen niet meer. Was Jezus daarmee een profeet? Natuurlijk was Jezus een profeet, maar Hij was ook in staat het werk van de apostelen te doen: Hij kon zowel profeteren als prediken en de mensen in het hele land onderwijzen. Toch waren het werk dat Hij deed en de identiteit die Hij vertegenwoordigde niet identiek. Hij kwam om de hele mensheid te verlossen, om de mens van zijn zonde te verlossen. Hij was een profeet en een apostel, maar bovenal was Hij Christus. Een profeet kan profeteren, maar je kunt niet zeggen dat hij Christus is. Toentertijd profeteerde Jezus veel, daarom kan gezegd worden dat Hij een profeet was. Maar je kunt niet zeggen dat Hij een profeet was en daarom niet Christus. Dit komt omdat Hij God Zelf vertegenwoordigde in de uitvoering van een fase van het werk, en Zijn identiteit was anders dan die van Jesaja: Hij kwam het verlossingswerk afmaken, en Hij zorgde ook voor het leven van de mens, en de Geest van God kwam rechtstreeks tot Hem. In het werk dat Hij deed waren geen ingevingen van de Geest van God en geen opdrachten van Jehova. In plaats daarvan werkte de Geest rechtstreeks – waarmee afdoende werd bewezen dat Jezus niet hetzelfde was als een profeet. Het werk dat Hij deed was het verlossingswerk, en het profeteren kwam op de tweede plaats. Hij was een profeet, een apostel, maar bovenal was Hij de Verlosser. Ondertussen konden de voorspellers slechts profeteren, en waren niet in staat Gods Geest te vertegenwoordigen door ander werk te doen. Omdat Jezus veel werk deed dat nooit eerder door een mens was gedaan, en omdat Hij het verlossingswerk verrichtte, was Hij dus anders dan mensen als Jesaja. Dat sommige mensen de huidige stroom niet aanvaarden is omdat dit voor hen een obstakel in het leven heeft geroepen. Zij zeggen: “In het Oude Testament spraken veel profeten ook veel woorden – waarom waren zij dan niet de vleesgeworden God? De God van vandaag spreekt woorden – is dat voldoende bewijs dat Hij de vleesgeworden God is? Je hebt de Bijbel niet hoog zitten, je bestudeert hem ook niet. Waar baseer je je dan op als je zegt dat Hij de incarnatie van God is? Je zegt dat hun opdrachten van de Heilige Geest komen, en je gelooft dat deze fase van het werk werk is dat door God persoonlijk is gedaan, maar waar baseer je dat op? Je concentreert vandaag je aandacht op de woorden van de God, het lijkt wel alsof je de Bijbel ontkent en deze terzijde hebt geschoven.” En dus zeggen ze dat je in een dwaalleer gelooft, dat je deel uitmaakt van een kwaadaardige sekte.

Lees meer »