De door de Heer Jezus verspreide boodschap in het Tijdperk van Genade was slechts de weg van berouw.

Gepubliceerd op 10 april 2020 om 13:41

Bijbelverzen ter referentie:

Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!” (Mat. 4:17).

Dit is mijn bloed, het bloed van het ​verbond, dat voor velen wordt vergoten tot ​vergeving​ van ​zonden” (Mat. 26:28).

“Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de ​messias​ zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, en dat in Zijn Naam in alle landen bekering en vergeving van zonden gepredikt moest worden, om te beginnen aan Jeruzalem” (Luc. 24:45-47).

Relevante woorden van God:

In het begin verspreidde Jezus het evangelie en predikte Hij de weg van bekering, daarna doopte Hij mensen, genas Hij de zieken en wierp Hij demonen uit. Uiteindelijk verloste Hij de mensheid van zonde en voltooide Hij Zijn werk voor het hele tijdperk.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Het werk dat Jezus verrichtte, was afgestemd op de noden van de mensheid in dit nieuwe tijdperk. Het was Zijn taak het menselijke geslacht te verlossen door vergeving van zonden. Zijn gezindheid was geheel en al nederigheid, geduld, liefde, vroomheid, verdraagzaamheid, genade, en goedertierenheid. Hij zegende de mensheid rijkelijk, bracht hen genade in overvloed en gaf hun alle dingen waaruit zij plezier en vreugde konden putten. Hij schonk de mensen het genot van vrede en geluk, alsmede Zijn verdraagzaamheid, liefde, genade en goedertierenheid. In die dagen werden de mensen overstelpt met een overvloed aan genietingen: In hun harten heersten vrede en geborgenheid, zij ontvingen troost voor hun geest, en werden ondersteund door hun Verlosser Jezus. Dat zij deze schatten konden ontvangen, vloeide voort uit het tijdperk waarin zij leefden. In het Tijdperk van Genade had de mens reeds blootgestaan aan al het verderf van Satan. Om die reden vereiste het verlossingswerk voor heel de mensheid een overvloedigheid aan genade, oneindige verdraagzaamheid en geduld, nog belangrijker, een offer afdoende voor de verzoening van de zonden van alle mensen. Wat de mensheid in het Tijdperk van Genade zag, was slechts mijn offer tot verzoening van de zonden van alle mensen, namelijk Jezus. Het enige wat zij wisten, was dat God genadig en verdraagzaam kon zijn; En wat zij alleen zagen, was de genade en goedertierenheid van Jezus. Dit was geheel mogelijk omdat zij in het Tijdperk van Genade leefden. En dus, voordat zij verlost konden worden, was het noodzakelijk dat zij zich konden verheugen in de vele vormen van genade die Jezus hen in overvloed schonk. Alleen dit was heilzaam voor de mens. Op deze wijze – door te leven in genade – konden al hun zonden worden vergeven. Bovendien werd zo voor hen de mogelijkheid geopend om te worden verlost door te leven in Jezus’ verdraagzaamheid en geduld. Alleen door Zijn verdraagzaamheid en geduld verwierven zij het recht op vergiffenis en mochten zij zich verheugen in de overvloed van genade die zij te danken hadden aan Jezus. Dit alles in overstemming met Jezus’ woorden: Ik ben niet gekomen om de rechtvaardigen maar de zondaars te verlossen, maar om zondaars vergeving te schenken en hen te verlossen. … Hoe meer Jezus de mensen liefhad, hen hun zonden vergaf en hen voldoende genade bracht en goedertierenheid, des te meer de mensheid in staat werd gesteld te worden verlost, om ‘afgedwaalde schapen’ te worden genoemd die Jezus tegen een hoge prijs terugkocht. Satan was niet bij machte dit werk te verstoren, omdat Jezus Zijn volgelingen behandelde zoals een liefdevolle moeder haar baby aan haar borst. Hij werd niet boos op hen, Hij verachtte hen evenmin; Hij was vervuld van troostrijk mededogen. Ook ontstak Hij nooit in toorn, te midden van hen; Hij verdroeg hun zonden en zag hun onwetendheid en dwaasheid over het hoofd, zelfs ging hij zo ver dat hij zei: “Vergeef uw naasten zeventig maal zeven maal.” Aldus transformeerde Zijn hart de harten van anderen. Zo werd de mensheid door Zijn verdraagzaamheid vergeving van zonden geschonken.

uit ‘Het ware verhaal achter het werk van het Tijdperk van Verlossing’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Destijds, in het Tijdperk van Genade, sprak Jezus alleen tot Zijn apostelen in een reeks preken waarin Hij besprak hoe je moet praktiseren, hoe je je moet verzamelen, hoe je in gebed kunt verzoeken, hoe je anderen moet bejegenen, enzovoorts. Het werk dat Hij uitvoerde was het werk van het Tijdperk van Genade, en Hij zette alleen uiteen hoe Zijn discipelen en volgelingen moesten praktiseren. Hij deed alleen het werk van het Tijdperk van Genade en geen enkel werk van de laatste dagen. … Jezus had alleen over de tekenen van de laatste dagen gesproken, over hoe je geduld moet hebben en hoe je gered kunt worden, hoe je berouw moet tonen en moet biechten, en hoe je het kruis moet dragen en het lijden volhouden. Hij heeft nooit gesproken over hoe de mens in de laatste dagen binnen moet gaan of hoe hij ernaar moet streven om aan Gods wil te voldoen.

uit ‘Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Het werk van Jezus was enkel ten behoeve van de verlossing van de mens en de kruisiging. Daarom was het niet nodig dat Hij meer woorden sprak om enig mens te overwinnen. Veel van wat Hij de mens onderwees was genomen uit de woorden van de Schrift, en zelfs Zijn werk oversteeg de Schrift niet, toch was Hij in staat het werk van de kruisiging te volbrengen. Zijn werk was niet het werk van het woord, noch was het bedoeld om de mensheid te overwinnen, maar om de mensheid te verlossen. Hij handelde alleen als het zondoffer voor de mensheid en handelde niet als de bron van het woord voor de mensheid.

uit ‘De visie van Gods werk (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Toen Jezus Zijn werk deed, had de mens nog maar een vage en onduidelijke kennis over Hem. De mens heeft altijd gedacht dat Hij de zoon van David was en verkondigde Hem als een grote profeet, de liefdadige Heer die de mens van zijn zonden verloste. Sommigen werden, door de kracht van hun geloof, alleen al genezen door het aanraken van Zijn mantel: de blinden konden zien en zelfs de doden konden tot leven worden gewekt. De mens was echter niet in staat om de diepgewortelde verdorven satanische gezindheid in zichzelf te ontdekken, noch wist hij hoe hij zich ervan kon ontdoen. De mens ontving veel genade, zoals de vrede en het geluk van het vlees, het geloof van een lid dat zegen bracht aan een hele familie, de genezing van ziekte, enzovoort. De rest bestond uit de goede daden van de mens en zijn goddelijke verschijning. Als de mens zo kon leven, werd hij beschouwd als een aanvaardbare gelovige. Alleen dit soort gelovigen kan na de dood de hemel binnengaan, wat betekent dat ze gered zijn. Maar tijdens hun leven hebben deze mensen de weg van het leven absoluut niet begrepen. Alles wat ze deden, was zondigen om vervolgens hun zonden te belijden. Dit gebeurde in een constante cyclus zonder dat ze iets ondernamen om hun gezindheid te veranderen. Dit was de toestand van de mens in het Tijdperk van Genade. Heeft de mens volledige redding ontvangen? Nee!

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Ondanks alles waarvan de mens wellicht verlost is en waarvan zijn zonden hem vergeven zijn, kan dit alleen worden opgevat in de zin dat God Zich de overtredingen van de mens niet herinnert en hem niet overeenkomstig behandelt. Wanneer de mens, die leeft in een lichaam van vlees, echter niet van zonde is vrijgemaakt, kan hij alleen maar blijven zondigen en eindeloos zijn verdorven satanische gezindheid blijven openbaren. Dit is het leven dat de mens leidt: een eindeloze cyclus van zondigen en vergeven worden. De meeste mensen zondigen overdag en belijden dit ’s avonds weer. Zelfs als het zondoffer voor de mens voor altijd van kracht blijft, zal het de mens op deze manier niet redden van de zonde. Slechts de helft van het reddingswerk is afgerond, want de gezindheid van de mens is nog steeds verdorven.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

In het Tijdperk van Genade werd het evangelie van bekering gepredikt en werd iemand gered als hij geloofde. Tegenwoordig is er alleen sprake van overwinning en vervolmaking in plaats van redding. Er wordt nooit gezegd dat als één persoon gelooft, zijn hele familie gezegend zal worden of dat redding voor eens en voor altijd is. Tegenwoordig spreekt niemand deze woorden en zijn die dingen achterhaald. Jezus’ werk was in die tijd de verlossing van de hele mensheid. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je geen zondaar meer, dan zou je van je zonden worden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren: op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn.

uit ‘De visie van Gods werk (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Artikelen van De Kerk van Almachtige God

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.