Wat zijn de verschillen tussen de woorden van God die zijn overgebracht door profeten in het Tijdperk van de Wet en de woorden van de God die zijn verkondigd door de vleesgeworden God?

Gepubliceerd op 23 juni 2019 om 06:54

3. Wat zijn de verschillen tussen de woorden van God die zijn overgebracht door profeten in het Tijdperk van de Wet en de woorden van de God die zijn verkondigd door de vleesgeworden God?

Relevante woorden van God:

In het Tijdperk van Genade heeft Jezus ook veel gesproken en veel werk verricht. Waarin verschilde Hij van Jesaja? Waarin verschilde Hij van Daniël? Was Hij een profeet? Waarom wordt er gezegd dat Hij Christus is? Wat zijn de verschillen tussen hen? Het waren allemaal mannen die woorden spraken, en voor de mens leken hun woorden min of meer hetzelfde. Ze spraken allemaal en verrichtten werk. De profeten van het Oude Testament verkondigden profetieën en Jezus kon dat eender doen. Waarom is dat? Het onderscheid is gebaseerd op de aard van het werk. Om dit duidelijk te zien, kun je de aard van het vlees niet in beschouwing nemen en moet je de diepte of oppervlakkigheid van iemands woorden niet in beschouwing nemen. Je moet altijd eerst zijn werk en de effecten van zijn werk op de mens in beschouwing nemen. De profetieën die destijds door de profeten werden uitgesproken voorzagen niet in het leven van de mens, en de boodschappen die ontvangen werden door mensen als Jesaja en Daniël waren slechts profetieën en niet de levensweg. Zonder de rechtstreekse openbaring van Jehova had geen van hen dat werk kunnen doen, wat onmogelijk is voor stervelingen. Ook Jezus sprak veel, maar zulke woorden waren de levensweg waardoor de mens een weg naar het praktiseren kon vinden. Dat wil zeggen: allereerst kon Hij voorzien in het leven van de mens, want Jezus is leven; ten tweede kon Hij de afwijkingen van de mens omkeren; ten derde kon Zijn werk dat van Jehova opvolgen om het tijdperk voort te zetten; ten vierde kon Hij de innerlijke behoeften van de mens bevatten en begrijpen wat de mens tekortkomt; ten vijfde kon Hij een nieuw tijdperk inluiden en het vorige afsluiten. Daarom wordt Hij God en Christus genoemd. Hij is niet alleen anders dan Jesaja, maar ook anders dan alle andere profeten. Neem Jesaja als vergelijking voor het werk van de profeten. Ten eerste kon hij niet in het leven van de mens voorzien; ten tweede kon hij geen nieuw tijdperk inluiden. Hij werkte onder het leiderschap van Jehova en niet om een nieuw tijdperk in te luiden. Ten derde, wat hij zelf sprak ging zijn eigen bevattingsvermogen te boven. Hij ontving openbaringen rechtstreeks van de Geest van God, en anderen zouden het niet begrepen hebben, zelfs als ze ernaar geluisterd hadden. Alleen al deze paar dingen zijn genoeg om te bewijzen dat zijn woorden niet meer waren dan profetieën, niet meer dan een aspect van het werk uitgevoerd namens Jehova. Hij kon echter Jehova niet helemaal vertegenwoordigen. Hij was Jehova’s dienaar, een werktuig van Jehova’s werk. Hij deed alleen werk in het Tijdperk van de Wet en binnen het bereik van Jehova’s werk; buiten het Tijdperk van de Wet deed hij geen werk. Het werk van Jezus was daarentegen anders. Hij overtrof het bereik van Jehova’s werk, Hij werkte als de vleesgeworden God en onderging kruisiging om heel de mensheid te verlossen. Dat wil zeggen, Hij deed nieuw werk, buiten het werk dat door Jehova was gedaan. Dit was het inluiden van een nieuw tijdperk. Een andere omstandigheid is dat Hij kon spreken over wat de mens niet kon bereiken. Zijn werk was werk binnen het management van God en had betrekking op heel de mensheid. Hij werkte niet in maar enkele mensen, en evenmin was het Zijn werk om een beperkt aantal mensen te leiden. … Aangezien het werk dat uitgevoerd werd door de vleesgeworden God voornamelijk bedoeld was om een nieuw tijdperk in te luiden, nieuw werk te leiden en nieuwe omstandigheden te ontsluiten, zijn deze paar omstandigheden op zich al voldoende om vast te stellen dat Hij God Zelf is. Dit onderscheidt Hem dus van Jesaja, Daniël en de andere grote profeten.

uit ‘Het verschil tussen de bediening van de vleesgeworden God en de plicht van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Tijdens het Tijdperk van de Wet in het Oude Testament sprak het grote aantal profeten dat Jehova op de been had gebracht profetieën voor Hem, ze gaven de verschillende stammen en volkeren onderricht en voorspelden het werk dat Jehova zou gaan doen. Deze mensen die op de been waren gebracht, hadden allen de Geest der profetie ontvangen van Jehova: ze konden de visioenen zien die Jehova hun gaf en Zijn stem horen en zo werden ze door Hem geïnspireerd en schreven ze profetieën. Het werk dat zij deden was de uitdrukking van de stem van Jehova, het was het profetiewerk dat zij namens Jehova uitvoerden en het werk van Jehova in die tijd was eenvoudigweg de mensen met de Geest te leiden; Hij werd geen vlees en de mensen zagen niets van Zijn gezicht. Zo heeft Hij vele profeten op de been gebracht om Zijn werk te doen en hen voorzien van orakels om aan iedere stam en clan van Israël door te geven. Het was hun werk te profeteren, en sommigen schreven de aanwijzingen op van Jehova aan hen, om deze aan anderen te laten zien. Jehova heeft deze mensen op de been gebracht om te profeteren, het toekomstige werk of het werk dat nog in die tijd te doen stond te voorspellen, zodat de mensen de wonderbaarlijkheid en wijsheid van Jehova konden aanschouwen.

uit ‘Over de Bijbel (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

In deze laatste werkfase worden resultaten geboekt door de werking van het woord. Door het woord leert de mens vele mysteries begrijpen en het werk dat God heeft gedaan door eerdere generaties heen. Door het woord wordt de mens verlicht door de Heilige Geest. Door het woord leert de mens de mysteries begrijpen die door eerdere generaties nooit ontrafeld zijn, evenals het werk van profeten en apostelen van vroegere tijden en de beginselen die zij navolgden. Door het woord leert de mens ook de gezindheid van God Zelf begrijpen, evenals de opstandigheid en weerstand van de mens en leert hij zijn eigen wezen kennen. Door deze stappen van werk en door alle gesproken woorden leert de mens het werk van de Geest kennen, het werk dat Gods geïncarneerde vlees doet en zelfs nog meer, namelijk Zijn hele gezindheid. Je kennis van Gods werk van zesduizend jaar management is ook door het woord verkregen. Was de kennis van je vorige opvattingen en je succes in het afleggen ervan ook niet bereikt door het woord? In de vorige fase werkte Jezus met wonderen en tekenen, maar in deze fase zijn er geen wonderen en tekenen. Was je begrip van waarom Hij wonderen verricht en tekenen toont ook niet gekregen door het woord? Daarom overstijgen de in deze fase gesproken woorden het werk dat door de apostelen en profeten van eerdere generaties gedaan is. Zelfs de door de profeten verkondigde profetieën hadden dit resultaat niet kunnen bereiken. De profeten gaven alleen profetieën door. Ze spraken over wat er in de toekomst zou gebeuren, maar niet over het werk dat God toen wilde doen. Noch spraken zij om richting te geven aan het leven van de mens of brachten zij de mensen waarheden of onthulden zij mysteries aan hen, veel minder nog brachten zij leven. De woorden die in deze fase worden gesproken, bevatten profetie en waarheid, maar deze woorden brengen de mens voornamelijk leven. De huidige woorden zijn anders dan de profetieën van de profeten. Deze werkfase is ten behoeve van het leven van de mens en om zijn levensgezindheid te veranderen, en niet om te profeteren.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Toen God nog geen vlees geworden was, begrepen de mensen niet veel van wat Hij zei omdat wat Hij zei voortkwam uit volledige goddelijkheid. Het perspectief en de context van wat Hij zei was onzichtbaar en onbereikbaar voor de mensheid; het werd uitgedrukt vanuit een spiritueel rijk dat de mensen niet konden zien. Mensen die in het vlees leefden, konden niet doorbreken naar dit spirituele rijk. Nadat God echter vlees geworden was, sprak Hij tot de mensheid vanuit het perspectief van menselijkheid, Hij verliet het bestek van het spirituele rijk en ging het te buiten. Hij kon Zijn goddelijke gezindheid, wil en houding uitdrukken door dingen die mensen zich konden voorstellen en door dingen die ze in hun leven zagen en tegenkwamen. Hij kon methoden gebruiken die mensen konden accepteren, taal die ze konden begrijpen en kennis die ze konden bevatten, en daarmee mensen in staat stellen God te begrijpen en te kennen en Zijn bedoeling en vereiste standaarden te verstaan binnen het bestek van hun mogelijkheden, in de mate waartoe ze daartoe in staat waren. Dit waren de methoden en het principe van Gods werk in Zijn menselijkheid.

uit ‘Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.