Veel broeders en zusters in de Heer geloven dat toen de Heer Jezus voor ons aan het kruis stierf, Hij ons daarmee heeft verlost en dat zolang wij Hem echt vertrouwen, onze zonden al zijn vergeven en wij door Zijn genade gered zijn. Om die reden zullen wij rechtstreeks in het hemels koninkrijk kunnen worden opgenomen als de Heer terugkeert. Hebben wij er ooit aan gedacht of het idee om gered te worden door genade en het koninkrijk van de hemel binnen te gaan, weleens gebaseerd is op Gods woord? Is dat in overeenstemming met Gods wil? Laten we dit probleem samen bespreken.
Laten we eerst eens kijken naar een passage uit Gods woord: “Jezus werk was in die tijd de verlossing van de hele mensheid. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je geen zondaar meer, dan zou je van je zonden worden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren: op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn” (Woorden van De Kerk van Almachtige God). Door Gods woord kunnen wij weten dat de reden waarom gelovigen gered kunnen worden door genade, is omdat de Heer Jezus werd gekruisigd en daarmee het werk van de verlossing heeft uitgevoerd. Jezus heeft zichzelf tot zondoffer gemaakt en heeft ons, zolang wij maar in Hem geloven van onze zonden verlost. Daarom zullen wij niet langer veroordeeld worden. Zelfs als wij gezondigd hebben, kunnen wij rechtstreeks tot God komen, tot God bidden en de Heer om vergeving vragen. Dit gegeven is de redding die de Heer Jezus heeft gegeven.
Dan zouden wij ons af moeten vragen of wij dan ook inderdaad niet meer zondigen, nadat wij gered zijn. Is dit het geval?
Als wij naar onszelf kijken dat zien we wellicht dat we misschien hard werken voor de Heer en wij een aantal goede daden doen; wij helaas nog steeds in staat zijn om vaak te zondigen en wij hebben ons nog niet los kunnen maken van de banden van de zonden. Onze manier van leven is eigenlijk nooit echt veranderd en op het moment dat we iets meemaken dat in strijd is met onze eigen opvattingen of iets dat inbreuk maakt op onze eigen belangen; valt ons masker af en tonen wij veel lelijke reacties met betrekking tot onze corrupte gezindheden en als gevolg daarvan rebelleren we tegen God en weerstaan God. Als in de kerk bijvoorbeeld, iemand anders een preek geeft wat aantoont dat zij meer gaven heeft dan wijzelf, voelen we enige jaloezie naar hun toe of proberen wij hen in het geheim te ondermijnen. Als iemand anders onze belangen schendt, haten we hen en in ernstige gevallen kunnen we boos worden en nemen wij wraak op hen. Wanneer wij iets van onszelf opofferen en meer werken voor God, willen wij met onze prestaties pronken en willen wij voorwaarden opleggen aan God. Anders minachten wij andere mensen. Als wij de verlichting van de Heilige Geest ontvangen over onze preek en andere werken, oogsten wij resultaat en worden wij hier heel erg blij van. Dan nemen wij Gods glorie. Als wij hebben geleden en een prijs hebben betaald, maar onze persoonlijke verlangens niet worden bevredigd, geven wij daar God de schuld voor en begrijpen wij Hem verkeerd. Wij denken dan dat God ons niet beschermd en ons niet zegent, maar wanneer wij iets doen dat Gods geboden schendt, zijn wij bang dat anderen het zullen ontdekken en vertellen wij leugens om anderen te misleiden en misleiden daar uiteindelijk ook God mee. Wanneer wij vele jaren in God hebben geloofd, denken wij soms dat God ons niet voldoende genade heeft geschonken; volgen wij de wereldse trends en staan wij gemakkelijk in staat om God te verraden. Dergelijk gedrag en zulke uitdrukkingen zijn voldoende om aan te tonen dat wij nog steeds in de zonden leven en daardoor dus ook onder de invloed van Satan leven.. Ons gedrag bewijst dat wij nog steeds leven vanuit een satanische aard. De Heer Jezus zei: “Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde. En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk” (Johannes 8:34-35). Kunnen mensen vanuit de gesteldheid waaruit zij nu leven werkelijk Gods koninkrijk betreden? Kunnen degenen die gebonden zijn door de zonden het heilige koninkrijk binnengaan? Uiteraard niet. Hieruit kunnen wij zien dat hoewel de Heer onze zonden vergeeft en wij door de Heer zijn verlost; dit niet betekend dat als wij eenmaal gered zijn, wij niet meer zouden zondigen en dus het koninkrijk van God mogen betreden. Onze zondige natuur bestaat nog steeds, wij zondigen nog regelmatig waarmee wij God weerstaan. Dit toont aan dat wij nog niet werkelijk zijn ontsnapt aan de zonden en nog geen volledige redding hebben bereikt.
Wat is gered zijn?
« Ik doorzie de leugens op internet en herwin Gods redding van de laatste dagen Drie kernprincipes om de wederkomst van Jezus Christus te verwelkomen »
Reactie plaatsen
Reacties